Wat gebeurt er wanneer een groep vakantiegangers noodgedwongen een aantal dagen in een straatarm derdewereldland verblijft? Hoe zijn hun reacties, hoe reageren de autochtone bewoners op hen?

Zullen de ervaringen van de Europeanen hun leven veranderen? Of was hun reisonderbreking slechts een oponthoud in het verkeer?

 

Hieronder kunt u enkele fragmenten lezen uit de eerste drie hoofdstukken.

 

Scherven

En zo lijkt alles vandaag te verwijzen naar die gebeurtenis, die zijn leven ingrijpend veranderd heeft: de voor Amsterdamse begrippen verzengende zon (de broeiende hitte zal later op de dag, in de vooravond, leiden tot een kortstondig onweer en forse stortbuien), het vluchtige weerzien met Tineke, het verstikkende bureaucratische dat zich niet alleen in Amsterdam of Dhaka openbaart, maar dat zich als eczeem verspreidt over de globe, de Mini die hij op de Ceintuurbaan vlak voor een Duitse toeristenbus ziet rijden.

     Wanneer Harry thuiskomt, blijkt zijn poes de boekenkast geplunderd te hebben, juist op de plaats waar zich zijn reeds aanzienlijke hoeveelheid Bangladeshliteratuur bevindt. Ze heeft flink geklauwd in het boek dat de economische ontwikkelingen van Bangladesh van de twintigste eeuw behandelt en dat geschreven werd door twee vooraanstaande, Zweedse economen, wier belangrijkste conclusies luiden dat zo lang er leven is, er hoop mag bestaan, en dat je, zo lang je leeft, de moed nooit moet opgeven, en dat er hoop mag bestaan, zo lang er leven is. Wie wil zien, ziet. De poes heeft het kaft van het boek onherstelbaar beschadigd.

 

Scherven in de porseleinkast. Aaneengelijmd vormen deze wederom een schotel. Op de breukvlakken resten lijm, die niet kunnen verhullen dat men met een restauratie van een porseleinen schotel van doen heeft. Zoals een vlinder geen rups kan worden.

.

 

Welcome to Dhaka

Voor zover het lauwe schijnsel beneden hen enig licht in de Bengaalse duisternis had gebracht, hadden de inzittenden vanuit het vliegtuig vooral een waterig Bangladesh waargenomen. Maar nu ze uitstapten, regende het niet. Een aangename temperatuur van rond de dertig graden doorstroomde Dhaka.

     De grootste groep passagiers nam de ingang die leidde naar de douane. Harry en Alicia namen, de mitrailleurs negerend, de rechter ingang. Alicia pakte de tickets om de boardingkaarten te halen, Harry nam de handbagage en zetelde zich op een van de rode, plastic stoelen in de hoek. Zo verkreeg hij een goed uitzicht op de hopen mensen die ook naar Amsterdam zouden vliegen en die waarschijnlijk vanuit Bangkok hier gekomen waren. Nog tweeënhalf uur om kapot te slaan.

     Met verveelde arrogantie luisterde hij naar een groep Nederlanders die elkaar sterke reisverhalen stonden te vertellen. Baarden, tuinbroeken en sandalen, calvinistische pruilmondjes, ze waren er weer. Veel meegemaakt, deze vakantie.

     "En Jan-Carel zegt nog: 'Ook al ben ik toerist, ik hoef dit niet te slikken!' Zegt Jan-Carel".

     "Nou, je moet toch wel bewondering hebben voor die mensen. Zooo'n armoede, zuuulke primitieve omstandigheden!"

     Met driftige passen kwam Alicia van de balie. Op verontwaardigde toon meldde zij dat ze hun rugzakken zelf van de band moesten halen. "Dat is nu weer echt Biman", voegde ze eraan toe. Zonder Harry's reactie af te wachten liep ze verder.

     Harry haalde zijn schouders op en pakte het boek waarin hij al geruime tijd aan het lezen was, A stranger in a Strange Land van Robert A. Heinlein. Een correcte omschrijving van mijn positie, dacht hij.

     Begeleid door een stengun verscheen Alicia weer, zonder rugzakken. "Nou mag ik er weer niet in", mokte ze.

     Ze haastte zich naar de balie, schreeuwde daar wat en verdween weer met de stengun en een baliemedewerker.

     Even later kwam ze terug, sjouwend de beide rugzakken, zijn gele en haar bruine. Tja, eigen schuld, vond Harry; moet je maar leren te overleggen, voordat je tot handelen overgaat. "Zet daar maar neer", adviseerde hij geeuwend. Alicia zette de bagage tegen de muur tegenover hem zodat hij een oogje in het zeil kon houden.

     Liep weer naar de balie, bleef daar staan. Af en toe zag Harry haar, druk gesticulerend, soms  hoorde hij Alicia's stem boven die van anderen uit. Hij las door, gaapte weer eens. Volstrekte onzin, deze roman.

            Hij keek op zijn horloge. Nog twee uur kapot te slaan. Duurde het niet wat lang om die boardingkaarten te krijgen? Daarom stopte hij Heinlein in zijn tas, pakte alle bagage op en liep op de goegemeente af...

 

 

9.

 

"Waar zijn uw paspoorten?", vroeg de bagagecontroleur.

     "Die hebben wij niet. Die liggen nog op het Bimankan­toor", antwoordde Alicia.

     "Dan kunt u het land niet in".

     "We willen het land ook helemaal niet in", zei de wat oudere Belg die zojuist in de frontlinies was verschenen. Met haar zakdoek wiste de Thaise het zweet van zijn kale hoofd.

     Harry trachtte de controleur uit te leggen wat er voorge­vallen was, maar deze bleef onverbiddelijk. "Vraag het dan aan Biman", verzocht Harry, "de man die ons hiernaartoe verwees, zit nog in de aankomsthal".

     De douanebeambte haalde zijn schouders op. Een tweede kwam erbij. Weer vertelde Harry zijn verhaal.

     "Goud, elektronische apparatuur en fototoestellen mogen niet ingevoerd worden, want die gaat u hier natuurlijk verkopen", was diens enige reactie.

     "Alsof we hier komen om zaken te doen!", riep iemand.

     "We zijn niet voor ons plezier in dit kut land", brulde een ander.

     De beambten keken elkaar aan. Daarna liepen ze weg.

 

Sightseeing in the rain

1.

 

Avontuur! Ontdekking van oorden waar weinigen u nog voorgegaan zijn! Waar de lokale bevolking haar tradities in ere houdt en de bezoeker wordt begroet met een traditioneel welkomstlied!

     ...ALS U DE UITDAGING WIL AANGAAN...

 

Comfortabele fietshotelreizen in bijv. Frankrijk

 

De avonturier die zijn retourticket koopt. Toeristenmaatschappijen, reisorganisaties claimen het bereizen van maag­delijke plekken op aarde. De auteur die zijn reis boekstaaft, claimt hetzelfde. Daarom ziet hij neer op de toerist, op het domme reisvolk. Het fenomenale uitzicht vanaf de bergtop fotografeert hij niet, maar beschrijft hij in lyrische bewoor­ding. Tegelijkertijd bekritiseert hij krachtig de horde toeristen die hem storen in zijn denk- en schrijfwerk.

     Thuisgekomen werkt de auteur zijn notities uit. Thuisgekomen koopt de toerist diens boek en verzucht: "Tja, zo was het precies".

 

Reisliteratuur. Als genre in Nederland in toenemende mate beoefend. De wereld blijkt eindelijk groter dan de Hollandse huiskamer.

     Typologie van de reisboekenauteurs. De vluchter. Die ontvlucht zijn dagelijkse sores en doet de lezer kond van zijn verwoede pogingen vat op zijn wereld te krijgen. Om aan te tonen dat hij reist, laat hij zijn in wezen psychologische roman spelen in de couleur locale van bij voorkeur plaatsen waar belangrijke schrijvers uit vervlogen dagen ooit hun voetstappen hebben gezet. Al citerend ploegt hij zich zijn weg huiswaarts.

     En je hebt de avonturier die met zijn fiets over de Zuidpool trekt. Wat een wit, wat een vrijheid!

 

...dat Harry geen avontuur zocht.

 

...dat Mubarak Ali genoeg had aan zijn eigen geluk.

 

 

2.

 

Eind juni kwam de fel begeerde natte moesson. Dat gebeurde op een maandag, de dag waarop Mubarak naar het centrum van het dorp, ongeveer een uur verderop, trok om op de markt zijn producten te verkopen en tegelijker­tijd de voor de komende zeven dagen benodigde waren in te slaan.

     Deze maandag nam Mubarak voor de eerste maal zijn oudste zoon, die hij Muhamed genoemd had, mee. Toen zij vertrokken, scheen de zon nog volop: niets wees erop dat de regen in aantocht was.

     Muhamed had zichtbaar moeite het tempo van zijn vader bij te benen. Hij drentelde achter hem aan, terwijl hij trachtte te luisteren naar hetgeen zijn vader hem vertelde. Af en toe hield Mubarak in, zodoende Muhamed de gelegenheid gevend op adem te komen.

     Mubarak praatte nooit zo veel. Hij was geen man van woorden, hij werkte in en met de natuur; meestal had hij zijn volledige aandacht nodig voor zijn werk. De gewassen die hij teelde zouden trouwens ook niets teruggezegd hebben. Maar op de weg naar de markt sprak Mubarak vrijwel aan één stuk door. De druk van de zware last die op zijn rechterschouder lag, trachtte hij te negeren. Want dit was toch een van de hoogtepunten in het leven: als vader je oudste voor de eerste keer uit het vrouwengezelschap halen, voor het eerst met de mannenwereld in contact brengen, je kind iets van de mannelijke verantwoordelijkheid laten proeven.

     Mubarak weidde uit over Allah's zegeningen van de laatste jaren. Hij wees naar de school waarop zijn twee dochters onderwezen werden: "Een stenen gebouw, Muhamed. Een school gemaakt van steen!"

     Terecht waren de dorpelingen trots op hun school. Er waren er al niet zo veel in Bangladesh -er was bij voorbeeld een groot gebrek aan geschoolde onderwijzers-, maar als je je als dorpsgemeenschap meer dan een houten optrek kon permitteren, betekende dat een vooruitgang van belang. Zo'n school bood bescherming tegen extreme hitte, tegen de moesson, tegen insecten en ander ongedierte als ratten en kon dus vrijwel het hele jaar door functioneren. Zelf had Mubarak in zijn jeugd onderwijs moeten ontberen; zoals de meesten in het dorp was hij analfabeet. "Maar jullie zal dat niet overkomen, zoon! Allah is groot!"

     Uit dankbaarheid jegens de Grote Schepper had de samaj haar school 'Koranschool' genoemd. Mubaraks dochters gingen er al dagelijks naartoe. Mogelijk zou hun dat in staat stellen een andere toekomst op te bouwen, in Dhaka bij voorbeeld. Als Mubarak zelf in zijn jeugd de keuze had gemaakt emplooi te zoeken in Dhaka, had hij het nauwe­lijks verder kunnen schoppen dan het weinig edele beroep van sjouw­arbeider of riksjarijder. Maar wie met kennis gewapend naar de hoofdstad zou trekken, zou aanzienlijk meer mogelijkheden hebben!

     Overigens zou Mubarak zijn zoons, en zeker Muhamed, niet toestaan zijn dorp te verlaten. Dezen zouden hem later op het land moeten helpen en waarom zouden zij daar niet tevreden mee zijn? Ging het niet voorspoedig met hen?

     "Kijk, de moskee. Ook van steen", wees Mubarak.

     Hij en Muhamed stonden ondertussen op het marktplein, waar veel soorten groenten en talloze kleurige vruchten op de grond lagen uitge­stald. Jonge jongens en oudere mannen schreeuwden om het hardst om de aandacht op hun waar te vestigen. Vrouwen zag je hier niet. Die dienden, mits de gemeenschap zich dat economisch kon veroorloven, binnenshuis te blijven, onttrokken aan dwingende ogen van vreemde mannen. Zo was ook de handel de laatste jaren weer een strikt mannelijke aangelegenheid geworden.